Horizontale afdichting

Horizontale afdichtingen, welke doormiddel van injectietechnieken in metselwerk worden aangebracht hebben zich al lang bewezen. Met behulp van dergelijke horizontale afdichtingen wordt capillair vochttransport in het metselwerk verhinderd en wordt op den duur boven de afdichtingszone het evenwichtsvochtpercentage bereikt. De kwaliteit van een curatieve horizontale afdichting is in heel veel gevallen niet alleen van de eigenschappen van het injectiemateriaal afhankelijk. Ook de manier van aanbrengen brengt vakkennis met zich mee. Echter bij de producten in deze categorie is dit een ander verhaal. Door de gemakkelijke verwerking is het voor particulieren en minder ervaren mensen uit de bouwsector mogelijk om een goede verwerking te bewerkstelligen.

Verwerking horizontale afdichting

Ondergrondvoorbereiding

De oude stuclaag, indien aanwezig, dient tenminste 80 cm meer verwijderd te worden dan de zichtbare vocht-zoutschadegrens. Slechte, aangetaste voegen 2 cm diep verwijderen. Open voegen dienen eerst dichtgezet te worden met Remmers Grundputz en wanden dienen tot 30 cm boven de injectiezone of boven maaiveld met Remmers Sulfatexmortel uit het Kiesolsysteem (minerale afdichting met dieptewerking) behandeld te worden.

Aangrenzende delen

Bouwdelen en/of materialen welke niet met het impregneermiddel in contact mogen komen (bijvoorbeeld glas en geverfde of nog te verven onderdelen) moeten net als planten op de juiste wijze worden beschermd. Dat kunt u doen door deze bijvoorbeeld af te dekken met bouwfolie.

Injectie

Kiesol C wordt via de boorgaten in het metselwerk geïnjecteerd c.q. aangebracht. De boorgaten worden meestal net boven maaiveld aan de buitenzijde of ter hoogte van de plint binnen aangebracht. De spuitlans, aangepast op de diameter van de geboorde gaten, zo diep mogelijk in het boorgat drukken. Door het zeer langzaam laten uitlopen van de Kiesol C en tegelijkertijd de spuitlans terug te trekken moet het boorgat volledig gevuld worden. Het is aan te bevelen om een afstand tussen de geboorde gaten van 12 cm en een diameter van 12 mm te kiezen. De diepte van de boorgaten moet wanddikte zijn tot op 2 cm. Voordat de gaten worden gevuld, dien je het boormeel volledig te verwijderen. De toepassing is bij een vochtgehalte van ca. 95% nog mogelijk. Om verdamping van de effectieve werkzame stof uit de boorgaten te voorkomen, mag de laatste 2 cm van het boorgat niet met crème worden gevuld, maar dient u dit zo snel mogelijk dicht te zetten met Remmers Dichtspachtel, art.nr. 0426. Voor de daaropvolgende oppervlakteafdichting wordt ter plaatse van de boorgatenreeks een extra afdichting aanbevolen met Dichtspachtel.

Bijkomende maatregelen

• Verticale oppervlakteafdichting vanaf de vloer tot ca. 30 cm boven de geboorde gaten
• Zoutbehandeling met Remmers Sulfatex Vloeibaar en/of Remmers Zoutsper
• Afhankelijk van de aangetroffen omstandigheden, denk aan zoutbelasting en/of koudebruggen alsmede de eisen welke gesteld worden aan de ruimte, kunnen de genoemde materialen met producten van het saneerputzsysteem gecombineerd worden.

• 1. Gaten boren
  Gaten boren op een afstand van 12 cm. Met een diameter van 12 mm horizontaal in de lintvoeg boren.
• 2. Reiniging van de boorgaten
  Met vetvrije, olievrije perslucht de gaten stofvrij maken en schoonblazen.
• 3. Injecteren van de stof
  Met een kitpistool of bijgeleverde slang Kiesol C in boorgat aanbrengen.
• 4. Dichtzetten van de boorgaten
  Na beëindiging van de injectie het boorgatenoppervlak met Dichtspachtel dichtzetten.
• 5. Bijkomende maatregelen
  Het opzetten van een oppervlakteafdichting met het Kiesol-systeem tot tenminste 30 cm boven de boorgatenzone.